Skip to main content

Bodem en bemesting

Natuurlijk tuinieren, houdt in dat er zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van de materialen die in de natuur voorkomen. Er wordt geen gif of kunstmest gebruikt, maar compost of organische mest

Bodembewerking

  1. Alleen bij ontginning is spitten nodig, of als er water op het land blijft staan. Voor natuurlijk tuinieren wordt het afgeraden, omdat je de goede zuurstofrijke grond en de aerobe bacteriën onder werkt. Bij biologische grondbewerking wordt een bovenlaag van 25/30 cm losgewoeld met een woelvork, een grelinette of hark.
  2. Schoffel regelmatig, waar geteeld wordt of waar ongewenst planten verschijnen.
  3. Houd de grond zoveel mogelijk bedekt, des te meer insecten schuilen eronder, dat is goed voor het bodemleven.
  4. Waar niet geschoffeld wordt kan spontaan een kruid laag opkomen, die behoeft niet verwijderd te worden.
  5. Verarm de grond met grofzand, dan zal er een vegetatie komen die bij die grondsoort hoort.

Ontwatering

Bij natuurlijk tuinieren zijn regenwormen en bacteriën van belang. Te veel water op de tuin betekent weinig zuurstof in de grond. Het graven van een greppel kan een oplossing zijn, als die uitkomt in een veur of in een sloot. Hoe meer last van water, hoe dieper de greppel moet zijn. Er kan ook gekozen worden voor drainage.

Een andere mogelijkheid is om het deel van de tuin dat het verst van de sloot of veur ligt, op te hoge of de paden af te laten lopen naar de drainage.

Composthoop

Compost wordt ook wel het goud voor de tuin genoemd. Het verrijkt de grond met voedingsstoffen, schimmels en bacteriën, er komt meer lucht in de grond en de grond houdt beter watervast. Wormen en andere insecten voelen zich er thuis. Bij het maken van een composthoop mogen takken niet langer zijn dan 35 centimeter.

Verschillende soorten afval komt in lagen bovenop elkaar, grof of fijn. Plaats de composthoop in de schaduw en zorg dat hij nat blijft. Doe op iedere hoop wat vinnasekalk om de vertering te versnellen. Verse stalmest kan de temperatuur verhogen hoewel een nadeel hiervan is dat daar vrijwel altijd antibiotica in zit. Door een bonenstaak in de hoop te steken, kan de temperatuur gecontroleerd worden. Is de hoop te droog: dan water toevoegen, is de hoop te nat of stinkt deze, dan losmaken met een riek.

Keer de composthoop twee maal per jaar om; het oude materiaal komt boven, het nieuwe onder. Compost kan ook gemaakt worden in een compostvat, dan is keren lastiger uit te voeren

Afdekking is nodig om de voedingsstoffen niet te laten uitspoelen. Plastic verstikt, dus een natuurlijk materiaal is wenselijk, zoals jute zakken of compostdoek.

Een tweede composthoop, een zogenaamde wachthoop, is handig om na te composteren of om nieuw materiaal op te verzamelen.

Als er weinig leven in de hoop zit, ker dan om.

Geef de siertuin ¾ kruiwagen per 10 m² en de moestuin 2 kruiwagens per 10 m². Geef zeker niet meer omdat compost zout bevat en dat is niet goed voor de grond.

Wat mag er op een composthoop?

  1. Materiaal uit eigen tuin.
  2. Groen van thuis.
  3. Ongekookte groente resten van thuis.
  4. Koffiedik.
  5. Stro

Wat niet?

  1. Woekeronkruiden (winde, zevenblad, heermoes, kweekgras)
  2. Aardappel- en tomatenplanten (kans op phytophthora)
  3. Koolstronken (kans op knolvoet)
  4. Zieke plantenresten
  5. Bananen- of citrusschillen (indien niet biologisch: schimmelremmers)
  6. Dennentakken, coniferentakken beukenblad of eikenblad (te zuur)
  7. Gekookt eten
  8. Onkruid dat in zaad staat

Bodembedekking

  1. Bodembedekking en mulchen (de bodem van de tuin bedekken met organisch materiaal) houdt de bodemstructuur goed in stand en voorkomt uitputting.
  2. Groenbemesters bedekken de bodem en voegen voedingsstoffen toe. Ze kunnen geuren en bloeien, wat voor vlinders en bijen een weldaad is.
  3. De bekendste groenbemesters zijn:
    • Winterrogge: van maart tot eind augustus
    • Klaver: van maart tot april
    • Wikke: van maart tot eind juli
    • Phacelia: maart tot augustus
    • Mosterdzaad: maart tot augustus
  4. Een kruidlaag is een natuurlijk bodembedekker, en ontstaat als er een poosje niet geschoffeld wordt op een plek waar niets geteeld wordt
  5. Stro en lang gras. Het blijft liggen tot de vorst is geweken
  6. Planten kunnen afzonderlijk gemulcht worden in de maand juni. Bij nachtvorst weghalen want dan is de bedekking schadelijk voor de bodem